Meijer-Flats

Parkflats Duttendel I - IV

Aan de Van Alkemadelaan staan de Meijer-flats "Parkflats Duttendel I - IV".

Architect Zanstra bouwde vanaf 1958 zeer vernieuwend in de nieuwe wijk Duttendel

Luchtfoto KLM Aerocarto 1959 - Van Alkemadelaan 792 - 1172.

Als we het over onze Parkflats Duttendel I - IV hebben spreken we in de wandeling altijd over de Meijer-flats. Niet ten onrechte want het bouwbedrijf B. Meijer heeft ze gebouwd. Zelden komt echter ter sprake wie deze woningen nu eigenlijk heeft ontworpen. En dat is wel ten onrechte. Daarom op deze plaats eens wat aandacht voor de architect, de heer Piet Zanstra. Wie was hij?

Piet Zanstra werd in 1905 in Leeuwarden geboren. In 1925 rondde hij zijn studie als waterbouwkundige af aan de, wat we nu noemen HTS te Leeuwarden.

Hij ging als opzichter-tekenaar werken bij de architect Dick Greiner. In de periode 1928-1931 was hij als assistent van de bekende architect Dudok betrokken bij de bouw van de Bijenkorf in Rotterdam.

Daarna heeft hij, voor Dudok in Parijs, J.P.Kloos, projectleider van het College Néerlandais in de Cité Universitaire, geassisteerd bij het ontwerpen van de interieurs.

In 1932 is Zanstra met de architecten J.H.L. Giesen (1903- 1980) en K.L. Sijmans (1908-1989) een ontwerpbureau gestart. Gemakkelijk was het toen zeker niet voor jonge architecten om opdrachten te krijgen. De situatie op de bouwmarkt was in die tijd niet rooskleurig als gevolg van de economische crisis.

Na een samenwerking met andere meer behoudende bureaus heeft het drietal in 1938 een eigen, meer functionele, weg gekozen, waarbij Le Corbusier als het grote voorbeeld gold. Deze nieuwe richting voldeed huns inziens meer aan de wensen van de mens. Maar de weg naar meer opdrachten bleef moeilijk. Het deelnemen aan prijsvragen moest zorgen voor naamsbekendheid.

Zo heeft het drietal ontwerpen gemaakt voor het stadhuis te Amsterdam, een industriepaleis op het Damrak en de bebouwing van het Hofplein in Rotterdam.

In 1954 ging het drietal uit elkaar en startte ieder een eigen bureau. In die jaren heeft Zanstra verschillende flatgebouwen gebouwd, zowel in Amsterdam als Den Haag, en daaronder onze flats.

Voor het door hem ontworpen flatgebouw aan de Segbroeklaan heeft hij zelfs in 1961 de Dr. H.P. Berlageprijs voor Bouwkunst van de gemeente Den Haag ontvangen. In 1980 heeft Zanstra zijn werk als architect beëindigd.

Duttendel was een nieuwe wijk met een welstandige, ruime en functionele opzet. Onze vier flatgebouwen verschillen in lengte - op de luchtfoto goed zichtbaar - bepaald door de scheve trapeziumvorm van het grondstuk.

Samen zijn het 168 flats, uitgevoerd in zes verschillende bouwtypen, van 88m² tot 136 m² woonoppervlak. De hoogte van ruim 30 meter vanaf de basis is een optelling van 8 bouwlagen: 6 voor bewoning, en 2 lagen geplaatst voor de entree en berging en daaronder nog eens de garage-galerij met toerit.

De twee Zuidelijke gebouwen, bij Klein-Zwitserland, bevatten elk 48 woningen; de Noordelijke twee elk 36, met tezamen 14 liftschachten van 6-hoog. Alle flats werden verhuurd; geen koop. Er was ballotage voor nieuwe huurders.

Door de ligging van de garages, in de onderste laag op het niveau van de verdiepte tuinen met een overdekte toerit, is zoveel mogelijk hinder van de te stallen auto's voorkomen. Daartoe draagt ook bij dat de laag boven de garages geen woonlaag is maar geheel bestemd voor bergingen en centrale entree.

Geluidsoverlast was voor Zansta al vroeg een bijzonder item. In zijn publicatie in het blad Bouw getiteld "Stedebouw en stilte" wijst hij in 1961 op het toenemende aantal televisietoestellen en de daarmee samenhangende geluidshinder. Hij bepleitte daarom woonvertrekken niet naast elkaar te leggen.

De flats waren voor de tijd zeer luxe gebouwd en werden opgeleverd van 1958 tot 1960. In harmonie met het aangrenzend duinlandschap werd zandkleurige bouwsteen op beton toegepast, met siervlakken van geglazuurde steen langs de balkons. Ze zijn uitgerust met verdekte, ingebouwde droogbalkons: geen drogende was buiten aan de balustrades hangen!

Alle flats hebben centrale blok-verwarming en tevens, per vertrek, één rookkanaal. Zo kon men de stooksoort kiezen; er waren immers nog vele kolen- en gaskachels in omloop. Een royale centrale hal met bordestrap, inpandig bereikbare brievenbussen, 1 lift per 12 woningen. Ook géén antennes op het dak! Kabeltelevisie- en radiobekabeling waren standaard ingebouwd: de GAI (Gemeenschappelijke Antenne Inrichting), waardoor latere aansluiting op het Casema-netwerk relatief eenvoudig was.

Na het overlijden van eigenaar/bouwer B. Meijer werden, door zijn erven, de vier gebouwen in 1995 verkocht aan AZL Heerlen, het pensioenfonds van de Staatsmijnen. Deze startte weldra een uitpondingsprogramma, waardoor thans bijna 80% van de flats in particuliere eigendom is. AZL verkocht onlangs het restant aan ING Vastgoed.

Inmiddels staan de gebouwen op de Haagsche Gemeentelijke Monumentenlijst. Zo is gewaarborgd dat uiterlijk geen visuele en bouwkundige wijzigingen worden aangebracht en de gebouwen hun strakke lijnen, in de zandkleurige uitstraling, behouden.

We kunnen dan ook Piet Zanstra dankbaar zijn dat hij destijds deze fraaie flatgebouwen samen met het bouwbedrijf B. Meijer heeft gerealiseerd.

Piet Zanstra overleed op 23 mei 2003.


Bewerking naar een artikel in BCPD-nieuws van november 2002 doorReinier H. Pestman / bewoner